Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [29]Doet mij [30]de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven. 29. Eene aanspraak aan de priesters en Levieten. 30. Dat is, de poorten des tabernakels en de heilige plaats, die daarom de poorten der gerechtigheid genoemd worden, omdat alleen de vromen en reinen daarin behoren te komen, gelijk blijkt in vs.20. David had geruime tijd in en bij den tabernakel niet mogen verschijnen, vluchtende voor Saul. Nu mocht hij weder daarin komen en in de vergadering der godzaligen verschijnen.